De Europese Commissie heeft een groot aantal onwelgevallige politieke en wetenschappelijke standpunten aangemerkt als ‘desinformatie’ en dwingt sociale media als Facebook, Youtube, Twitter en Linkedin om deze uitingen te verwijderen of te ‘shadowbannen’. De Commissie heeft ook in Nederland een anti-desinformatiehub ingericht, Benedmo.eu, die ‘desinformatie’ opspoort en rapporteert aan Brussel. “Het gevaar van censuur is aanwezig”, zegt socioloog Jaron Harambam.
‘De Russische invasie van Oekraïne is gerechtvaardigd.’ ‘De oorlog in Oekraïne heeft ernstige negatieve economische gevolgen voor Europa.’ ‘Mondkapjes zijn nutteloos tegen Covid-19.’ ‘Klimaatactivisten zijn hypocriet en/of onnozel.’ ‘Elektrische voertuigen zijn nutteloos of gevaarlijk.’ ‘Westerse media als CNN of BBC verspreiden nepnieuws.’ ‘Er is duidelijk bewijs dat het Sars-Cov-2-virus is ontwikkeld in een Chinees laboratorium.’
Het zijn enkele voorbeelden van uitspraken die officieel zijn aangemerkt als ‘desinformatie’ in een recent rapport van de European Digital Media Observatory (EDMO), Van de pandemie tot de oorlog in Oekraïne: anderhalf jaar bestrijding van desinformatie. EDMO is een door de Europese Commissie ingestelde organisatie die speurt naar ‘desinformatie’ op online media. Onder EDMO opereren veertien ‘anti-desinformatiehubs’ verspreid in de EU. De hub voor de Benelux, Benedmo, is gevestigd bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum, dat wordt bestuurd door de NPO en het ministerie van OCW. Bij Benedmo zijn zo’n veertig ‘experts’ aangesloten, die rapporteren wat zij beschouwen als ‘desinformatie’. Hieronder bevinden zich medewerkers van de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Universiteit Leiden, het onderzoekscollectief Bellingcat, twee journalisten van het KRO-NCRV-programma Pointer en een bestuurslid van de stichting Skepsis, Pepijn van Erp.
Wanneer ‘factcheckers’ uitingen aanmerken als ‘desinformatie’, is dat niet zonder consequenties. Onder de Digital Services Act, een Europese wet die op 16 december 2022 in werking trad, kan de Europese Commissie sociale media als Facebook, Twitter, Youtube, Linkedin, Instagram en Tiktok, sommeren ‘desinformatie’ te verwijderen of er beperkingen aan opleggen. Berichten komen dan bijvoorbeeld lager in de zoekresultaten of kunnen niet worden doorgestuurd. Sociale media die onvoldoende meewerken riskeren megaboetes die kunnen oplopen tot 6 procent van hun wereldwijde jaaromzet. Brussel heeft een ‘Praktijkcode’ opgesteld (Code of Practice on Disinformation) die de sociale media verplicht regelmatig te rapporteren wat zij hebben gedaan om ‘desinformatie’ te weren. Dit loopt via het vorige maand opgerichte ‘Transparency Centre’ in Brussel. Dit centrum beschikt over een permanente ‘taskforce’ die vaart zet achter de uitvoering van de Praktijkcode.
Uit de eerste rapportages blijkt dat de sociale media al flink aan het werk zijn om content te verwijderen. Meta (Facebook) meldt dat zij meer dan 24 miljoen posts heeft verwijderd “sinds het begin van de pandemie”. TikTok verwijderde tussen oktober en december vorig jaar 1802 videos die desinformatie zouden verspreiden over Covid-19. YouTube verwijderde vorig jaar meer dan 4 miljoen video’s gerelateerd aan de oorlog in Oekraïne. Google en Microsoft zorgen er ook voor dat er geen advertentiegeld gaat naar publicaties die worden beschuldigd van ‘desinformatie’.
De vraag is echter hoe het ‘anti-desinformatie-netwerk’ van de Europese Commissie bepaalt wanneer iets ‘desinformatie’ is. Bij de voorbeelden die in het rapport van de European Digital Media Observatory (EDMO) worden gegeven gaat het veelal om politieke meningen, bijvoorbeeld over het klimaatbeleid of de oorlog in Oekraïne, of over wetenschappelijke kwesties waarover verschil van mening bestaat onder wetenschappers, zoals het nut van lockdowns, mondkapjes, PCR-tests en dergelijke. Het rapport meldt daarnaast dat de rapporteurs “nog andere belangrijke onderwerpen van desinformatie” hebben “waargenomen”, zoals “migranten, EU-instellingen, en LGBTQ-gemeenschappen.” Volgens EDMO zijn “migranten, buitenlanders – in het bijzonder moslims – en etnische minderheden een terugkerend doelwit van desinformatie, net als LGBTQ+-gemeenschappen en EU-politici en EU-instellingen.” Dit suggereert dat zelfs kritiek op EU-instellingen en EU-politici volgens EDMO valt onder ‘desinformatie’ die van sociale media zou moeten worden verwijderd.
Socioloog Jaron Harambam van de Universiteit van Amsterdam, die in de deelnemersraad zit bij Benedmo (“niet als factchecker”, benadrukt hij), maakt zich wel zorgen over de content moderatie van het online publieke debat, “wat weinig transparant gebeurt en evenmin goed aanvechtbaar is”. Hij noemt het gevaar van “ongewenste censuur” daarom aanwezig. “Het is goed dat uitlatingen in de media op feitelijkheid worden onderzocht, maar veel mediaberichten zijn niet enkel feitelijk, en zitten in een ideologisch frame, dat maakt factchecken moeilijk.” Een uitspraak als ‘de Russische inval in Oekraïne is gerechtvaardigd’ is een politieke mening, zegt Harambam. “Die kun je niet factchecken. Maar wel als die uitspraak gelegitimeerd wordt met valse claims dat er een genocide op Russisch sprekende burgers in de Donbas heeft plaatsgevonden.”
Harambam vindt niet dat sociale media platforms en overheid of EU zich helemaal niet moeten bemoeien met het waarheidsgehalte van uitingen op social media. “Integendeel, maar het moet wel veel duidelijker worden wie bepaalt wat desinformatie is, en hoe dat wordt bepaald. Het moet transparant gebeuren, er moet verantwoording over worden afgelegd, en er moet discussie over mogelijk zijn. Er moet meer diversiteit komen in de organisaties die bij dit hele proces betrokken zijn. Het mag niet vanuit één instituut of perspectief plaatsvinden.”
Noot: De Andere Krant heeft een groot aantal ‘experts’ rond Benedmo om reactie gevraagd. Slechts twee reageerden (schriftelijk). Peter Burger van de Universiteit Leiden stelt dat Benedmo geen meningen checkt en zich richt op “beweringen over feiten”. Hij wil niet ingaan op het rapport van EDMO. Journalist Thomas Mulder van KRO-NCRV programma Pointer stelt: “Ik doe visueel forensisch onderzoek naar bijvoorbeeld video’s die rondgaan op sociale media. Daarbij check ik wat de context bij die video is. Dat doen we op een transparante manier, waardoor het onderzoek reproduceerbaar is en iedereen dezelfde check kan uitvoeren.”
Een woordvoerder van de Europese Commissie stelt dat EDMO “onafhankelijk” is – hoewel het door de EU wordt gefinancierd – en dat “het bestrijden van desinformatie geen censuur is. Het is een feit dat Ruslands agressieve oorlog tegen Oekraïne (...) niet kan worden gerechtvaardigd – er zijn resoluties van de VN die dat staven.” We “willen geen ministerie van Waarheid”, zegt de woordvoerder, maar voegt eraan toe dat de EU “de strengste regels ter wereld heeft voor online platforms”.